Daer legt in het musyck
Door Gosling Veldema
Nee, er staan geen spel- of grammaticale fouten in deze titel. Deze zin komt uit een gedicht van Petrus Scriverius (Peter Schrijvers, 1576-1660).
Het hele gedicht gaat als volgt:
Daer legt in het musyck
Ik weet niet wat verborgen
Musyck kortswyligh (blij) is
Musyck verwurght de sorgen
Musyck verjaegt ellend
Musyck verfraait den geest
Musyck licht pijn van’t hert
En droevigheyd geneest
Scriverius wist als wetenschapper – hij was natuur- en wiskundige – al dat muziek “iets” met mensen doet. Pas in de laatste 40-50 jaar zijn er wetenschappers die bevestigen wat Scriverius al wist.
De vraag is dan altijd: wat doet dat dan met mensen? Wat is er zo bijzonder aan muziek en waarom maken mensen muziek?
Een simpel antwoord is er niet, maar ik zal proberen er toch één te geven. Muziek maken heeft te maken met sociale omgang. Alleen thuis oefenen is niet leuk, maar samen spelen wel. Ik heb het genoegen gehad om samen te werken met Philip Sparke, een Engelse componist die een studieweekend leidde van het orkest waarbij ik speelde. Hij begon de ochtend met ons welkom te heten, zichzelf voor te stellen en te vragen of we even tussen onze stoelen wilden kijken. Het was zoals gewoonlijk een warboel van tassen, koffers en hier en daar een kop koffie. Maar dat bedoelde hij niet. Hij zag vriendschap en collegialiteit tussen de stoelen. Want waar anders dan in een orkest kunnen mensen van 8 tot 80+ samen spelen? Hier moet ik Sparke gelijk geven, maar hij vergeet één ding: muzikanten zijn wel het meest eigenwijze volk dat er op deze aardbodem rondloopt. Zet twee muzikanten bij elkaar en ze hebben een meningsverschil. Laat staan een hele band of compleet orkest. Maar als een muziekstuk of liedje tot een goed einde wordt gebracht, zijn het ook de liefste en sociaalste wezens die er zijn.
Dan heb ik het nog niet gehad over de pijn die veel muzikanten lijden. Overbelaste polsen, zere vingers, nek- en schouderklachten, noem het maar op. En toch zal elke muzikant zeggen dat ze het er voor over hebben gehad. Want wat is er mooier dan dat je op zondagochtend achter je instrument staat of zit, de zangleider de gemeente vraagt om te gaan staan en dat je een zaal vol mensen samen een Opwekkingslied hoort zingen? Ja, ik hoor de gemeente zingen, ook als ik achter mijn drumstel zit. De ene keer duidelijker dan de andere, maar ik hoor de gemeente wel.
En dan ben ik terug bij Scriverius. Muziek raakt mensen. Er kunnen allerlei hersenonderzoeken zijn geweest die dat aantonen, maar in de basis is muziek puur emotie: blij, verdrietig enzovoort.
En wat zegt de Bijbel over muziek? Psalm 150 geeft een opsomming van instrumenten om God mee te loven. Eén van die instrumenten spreekt mij als drummer nogal aan. Klinkende cimbalen. Cimbalen zijn de bekkens die bij het drumstel staan, en als die echt gaan klinken kan de hele buurt meegenieten.
Dat muziek belangrijk was voor de verering van God blijkt wel uit het feit dat er 288 zangers bij toerbeurt dienst deden in de tempel en er wordt specifiek het aantal van 120 trompettisten genoemd. Bij elkaar meer dan de hele gemeente Nehemia.
Al met al wordt er heel wat van “onze” musici gevraagd. Zelfstudie, tijd, energie, opoffering, pijn, noem het maar op. Maar het is het waard, omdat ik zelf elke keer weer merk dat God zegent en dat mensen, zoals hierboven al een paar keer gezegd is, geraakt worden door de muziek.










