Lang leve de ouderwetse doopjurk!

14 november 2025

Door Timo van 't Ende


Ik spreek uit ervaring, maar die doopjurk is echt onhandig. Je bent niet echt flexibel. Je beweegt niet makkelijk. Het is een gedoe om aan te trekken. Het is daarom logisch dat sommige oudsten ervoor kiezen om een witte broek te kopen voor de doopdienst. Ik heb het overwogen, maar ben toch gebleven bij de ouderwetse doopjurk.


Waarom ik die doopjurk zo mooi vind? Nou, het begint al bij het moment wanneer alle dopelingen gaan omkleden en hun doopjurk aantrekken. Na de mededeling van de aanbiddingsleider verschijnen uit allerlei hoeken van de kerkzaal dopelingen, die onder het toeziend oog van de gemeente naar de kleedkamer, het torenkamertje lopen. Eenmaal binnen zien ze dat de ruimte is ingedeeld in drie kleine omkleedhokjes. Er wordt even uitgelegd hoe je zo’n doopjurk aandoet, want ja, zoveel ervaring hebben mensen niet met doopjurken. Wanneer iedereen die doopjurk heeft aangetrokken, is er even tijd om te vragen hoe het gaat. Even een moment om elkaar in de ogen te kijken voordat we naar buiten stappen. Dat moment is kostbaar. Ik doop nu twee jaar, dus ik heb nog geen grote bak aan ervaring, maar ik heb toch al veel moois gezien in het torenkamertje. Ik wil gewoon even een aantal emoties noemen die zijn gepasseerd.


Sommige dopelingen hadden in het doopgesprek aangegeven het erg spannend te vinden, maar nu het moment is aangebroken is er geen spoor van spanning te lezen in het gezicht. Bij sommige dopelingen is er zoveel enthousiasme van het gezicht af te lezen, dat je bijna denkt dat ze in het doopbad zullen duiken. Bij sommige dopelingen lees je weinig emoties, ze zijn er heerlijk nuchter onder. Bij sommige dopelingen lees je veel emotie in het gezicht, omdat eindelijk het moment is aangebroken waar ze zo lang op hebben gewacht. Allerlei emoties, en daar is allemaal ruimte voor in het torenkamertje.



Wat voor emoties er ook passeren, hoe groot de worsteling wel niet is geweest om tot dit punt te komen, het resultaat is telkens hetzelfde. Ze staan allemaal in die witte doopjurk, klaar om kopje onder te gaan. Ze hebben allemaal de keuze gemaakt voor Jezus, en genade is over hen heen gespoeld zodat ze wit gewassen zijn door het bloed van het Lam. De witte doopjurk verwijst zo mooi naar het schitterende moment, beschreven in Openbaring 7. Daar staat: “Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niemand tellen kon, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed (…) Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het Lam” (vers 9a en 14b). Allemaal heiligen die verschijnen uit allerlei hoeken van de aarde, allemaal mensen met hun eigen verhaal, met allerlei emoties, met hun eigen lijst van zonden, maar allemaal wit gewassen door het bloed van het Lam.

21 november 2025
Door Yvonne Nutma Het is alweer bijna een jaar geleden dat ik mijn pols blesseerde tijdens een potje padellen in februari. Halverwege september ben ik eraan geopereerd. Ik zal je de details besparen, maar het werd een complexe operatie en de chirurg gaf aan dat ik de komende maanden weinig tot niets zou kunnen met mijn rechterhand. En ze heeft gelijk gekregen … Waar ik voorheen alles zelf deed, heb ik nu voor alles hulp nodig: veters strikken, brood smeren, douchen, mijn haar, mijn kleren aan, om maar een paar dingen te noemen… Ik werd afhankelijk. Afhankelijk van anderen, van hun hulp, zorg, aandacht en tijd. Begrijp me niet verkeerd, de lieve schatten om me heen wilden dit met alle liefde doen, maar degenen die me een beetje kennen, weten dat ik liever zelf hulp bied dan ontvang. Mijn onafhankelijkheid en zelfstandigheid moest ik inleveren en dat viel niet mee. Alles kwam voorbij: boosheid, frustratie en pijn, omdat ik toch zelf probeerde de was op te hangen. Onmacht, verdriet en angst, omdat ik me afvroeg of ik ooit mijn pols weer zou kunnen gebruiken. Tot ik besefte dat het op deze manier wel hele lange weken zouden worden. Ik bedacht dat het misschien toch beter zou zijn om me over te geven aan de situatie waarin ik zat. Het te accepteren en te kijken naar wat nog wél lukte. En ook te kijken naar wat voor les ik er voor mezelf uit zou kunnen halen. Net zoals ik mij moest overgeven aan de hulp van anderen, zo begint ook het leven in afhankelijkheid van God met overgave. God vraagt van ons dat we afhankelijk zijn van Hem. Onze boosheid, verdriet, pijn, onmacht, frustratie overgeven in Zijn hand. Afhankelijk zijn heeft alles te maken met vertrouwen. Als ik afhankelijk wil zijn van God, mijn Hemelse Vader, zal ik Hem eerst volledig moeten vertrouwen en dat is een keuze. En die keuze moet ik elke dag weer opnieuw maken. Afhankelijkheid van God betekent: verbonden zijn met Gods oneindige geestelijke krachtbron, waar jij en ik als christen kracht uit kunnen putten. In Johannes 15:5 staat: “Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en ik in Hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder Mij kun je niets doen”. Afhankelijk zijn is geen zwakheid, maar juist kracht, omdat het de weg baant voor Gods kracht. Hoe meer ik leef in afhankelijkheid van God, hoe dichter bij God ik ben. Ik heb mijn lesje geleerd. Deze column typen met één hand is ook nog een lesje in geduld…
21 november 2025
Door Gosling Veldema Nee, er staan geen spel- of grammaticale fouten in deze titel. Deze zin komt uit een gedicht van Petrus Scriverius (Peter Schrijvers, 1576-1660). Het hele gedicht gaat als volgt: Daer legt in het musyck Ik weet niet wat verborgen Musyck kortswyligh (blij) is Musyck verwurght de sorgen Musyck verjaegt ellend Musyck verfraait den geest Musyck licht pijn van’t hert En droevigheyd geneest Scriverius wist als wetenschapper – hij was natuur- en wiskundige – al dat muziek “iets” met mensen doet. Pas in de laatste 40-50 jaar zijn er wetenschappers die bevestigen wat Scriverius al wist. De vraag is dan altijd: wat doet dat dan met mensen? Wat is er zo bijzonder aan muziek en waarom maken mensen muziek? Een simpel antwoord is er niet, maar ik zal proberen er toch één te geven. Muziek maken heeft te maken met sociale omgang. Alleen thuis oefenen is niet leuk, maar samen spelen wel. Ik heb het genoegen gehad om samen te werken met Philip Sparke, een Engelse componist die een studieweekend leidde van het orkest waarbij ik speelde. Hij begon de ochtend met ons welkom te heten, zichzelf voor te stellen en te vragen of we even tussen onze stoelen wilden kijken. Het was zoals gewoonlijk een warboel van tassen, koffers en hier en daar een kop koffie. Maar dat bedoelde hij niet. Hij zag vriendschap en collegialiteit tussen de stoelen. Want waar anders dan in een orkest kunnen mensen van 8 tot 80+ samen spelen? Hier moet ik Sparke gelijk geven, maar hij vergeet één ding: muzikanten zijn wel het meest eigenwijze volk dat er op deze aardbodem rondloopt. Zet twee muzikanten bij elkaar en ze hebben een meningsverschil. Laat staan een hele band of compleet orkest. Maar als een muziekstuk of liedje tot een goed einde wordt gebracht, zijn het ook de liefste en sociaalste wezens die er zijn. Dan heb ik het nog niet gehad over de pijn die veel muzikanten lijden. Overbelaste polsen, zere vingers, nek- en schouderklachten, noem het maar op. En toch zal elke muzikant zeggen dat ze het er voor over hebben gehad. Want wat is er mooier dan dat je op zondagochtend achter je instrument staat of zit, de zangleider de gemeente vraagt om te gaan staan en dat je een zaal vol mensen samen een Opwekkingslied hoort zingen? Ja, ik hoor de gemeente zingen, ook als ik achter mijn drumstel zit. De ene keer duidelijker dan de andere, maar ik hoor de gemeente wel. En dan ben ik terug bij Scriverius. Muziek raakt mensen. Er kunnen allerlei hersenonderzoeken zijn geweest die dat aantonen, maar in de basis is muziek puur emotie: blij, verdrietig enzovoort. En wat zegt de Bijbel over muziek? Psalm 150 geeft een opsomming van instrumenten om God mee te loven. Eén van die instrumenten spreekt mij als drummer nogal aan. Klinkende cimbalen. Cimbalen zijn de bekkens die bij het drumstel staan, en als die echt gaan klinken kan de hele buurt meegenieten.  Dat muziek belangrijk was voor de verering van God blijkt wel uit het feit dat er 288 zangers bij toerbeurt dienst deden in de tempel en er wordt specifiek het aantal van 120 trompettisten genoemd. Bij elkaar meer dan de hele gemeente Nehemia. Al met al wordt er heel wat van “onze” musici gevraagd. Zelfstudie, tijd, energie, opoffering, pijn, noem het maar op. Maar het is het waard, omdat ik zelf elke keer weer merk dat God zegent en dat mensen, zoals hierboven al een paar keer gezegd is, geraakt worden door de muziek.
6 november 2025
Door Renske Willems Vanuit huis zien we het felblauwe ijsvogeltje razendsnel en behendig het water induiken en een visje vangen. We zien hem vaak, maar het blijft bijzonder en geeft telkens een gevoel van ultiem geluk. To see a kingfisher is to witness a fleeting miracle, a flash of impossible blue, gone before you can believe it. In gedachten dwaal ik af en denk ik aan de nieuwe aarde, aan de zintuigenprikkelende veelkleurige nieuwe schepping. Dat we de uitbundigheid ervan zullen zien, horen, ruiken, voelen en proeven. Ik wil in dat moment blijven, tot het hier en nu me inhaalt, en ik me realiseer dat onze zintuigen ons ook andere boodschappen vertellen. Dat ze ons waarschuwen voor gevaar en ons helpen goed van fout te onderscheiden. Mijn hand beweegt als vanzelf naar de bewuste plek waar ‘voelen’ ineens een andere betekenis kreeg. Het knobbeltje bleek niet goedaardig te zijn. Oktober, Pink Ribbon-maand: het treft mij. De eerste dagen voelden als de herfststormen Benjamin en Melissa, zonder waarschuwing of weeralarm. Ik herinner me het tegeltje dat in de keuken van het ouderlijk huis hing. ‘God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst’. Het is waar. God belooft geen comfortabel leven, maar Hij is erbij en plaatst mensen om ons heen. Dat zijn mijn broers en zussen die mij biddend omringen. Kinderen van God, die zijn ondergebracht in Zijn Lichaam en als levende bouwstenen de Heilige Geest in hun kern dragen. Dat lichaam is bestand tegen stormen, omdat Jezus het Hoofd is. Dat maakt me sterk en moedig. Lukt het me in dit alles een wonder te zien? Een geestelijke les? Het is deze oktobermaand precies 22 jaar geleden dat ik onderzoek deed naar preventieve mamma-amputatie bij dragerschap. Dat had impact op mij, en ik besloot vanaf dat moment om periodieke zelfcontrole toe te passen. Zo raakte ik vertrouwd met wat normaal, en dus goed aanvoelt. Ik herkende daardoor in een vroeg stadium een onregelmatigheid: een verharding. Cellen die onder invloed van externe factoren gemuteerd zijn, ongehoorzaam zijn geworden, hun gang maar gaan en daardoor een bedreiging vormen voor mijn leven. Uit de podcast van Sander Wuister leerde ik dat zintuigen ook geestelijk werken. Het voelen van een knobbeltje waarschuwde mij voor een fout proces in mijn lichaam. Geestelijk voelen helpt ons leugen van waarheid te onderscheiden en ligt daarom dicht tegen de gave van het onderscheiden van geesten aan. Het geeft weer vanuit welke bron iets komt. De Heilige Geest laat het als een soort early warning weten. Klopt het, of klopt het niet? Om leugen en vervalsing te kunnen herkennen is het nodig vertrouwd te zijn met wat goed en waar is. Dat leren we door voortdurend met Jezus om te gaan en dicht bij Zijn hart te blijven. Juist op die plek, in Zijn nabijheid, mogen we glimpen zien van Zijn Koninkrijk. Al is het vaak maar heel kortdurend, iets buitengewoons dat snel weer verdwijnt, a fleeting miracle . Een kort moment van vreugde dat een diep doorvoelde maar blijvende impact achterlaat. Toevallig? Ik denk het niet. God geeft precies genoeg fleeting miracles om ons geloof te versterken en ons te herinneren aan Zijn verlossende werk. Laten we er dagelijks voor kiezen gehoorzame cellen te zijn in het Lichaam van Christus. Dan blijft het lichaam zuiver en mogen we aanspraak maken op Zijn prachtige belofte voor ons. Voor eeuwig met Hem in die paradijselijke nieuwe schepping.
31 oktober 2025
Door Jesse Nutma Vanaf mijn werkplek in Leeuwarden zie ik uit op een afgrijselijk lelijk industrieterrein. Het enige dat het uitzicht een beetje goedmaakt, is de boom voor ons kantoorpand. Het is geen bijzondere boom. Het is misschien wel de meest doodnormale boom die er bestaat. Wellicht is dat de reden dat die boom me nooit echt is opgevallen … Totdat mijn collega me er vandaag op wees: ‘Vergeet je niet naar de boom te kijken? Moet je al die mooie kleuren eens zien!’ Ze heeft gelijk. Steeds meer bladeren transformeren van groen naar geel naar oranje naar bruin. Een groot contrast met al die zwarte en grijze loodsen en bedrijfspanden. Telkens als ik nu naar buiten staar, zie ik de boom die me eerst nooit opviel. Ik moet er nog maar goed van genieten, want het zal niet lang meer duren, en de boom bestaat uit niet veel meer dan een saaie stam met takken. De bladeren hebben storm Benjamin getrotseerd, maar over een paar weken – of misschien zelfs wel dagen – zal de boom toch echt al haar bladeren hebben losgelaten. Terwijl ik dit schrijf, vallen er weer wat blaadjes van de boom. De herfst is misschien wel het minst geliefde seizoen van alle seizoenen. De winter mag dan wel koud zijn, maar dat seizoen staat toch ook te boek als “gezellig”, met alle feestdagen en knusse, geromantiseerde ideaalplaatjes van een kop koffie of warme chocolademelk bij een haardvuur, terwijl buiten de sneeuw naar beneden dwarrelt (oké, dat laatste komt niet meer zo héél vaak voor). De lente is het seizoen van bloei, van hoop, van een nieuw begin – en voor de literatuurkenners onder ons: ‘een nieuw geluid’. (Als dit laatste je niet bekend voorkomt: cultuurbarbaar! Zoek Mei van Herman Gorter maar eens op.) De zomer is het seizoen van mooi weer, lange dagen. Van vakantie, zon, zee, zand en zwoele zomeravonden. En de herfst? Die heeft zich de afgelopen dagen weer bewezen als een guur, grijs en grauw seizoen met regen, wind en nog meer regen. Misschien dat we daardoor júíst extra op zoek gaan naar lichtpuntjes, zoals een boom waarvan de bladeren prachtig verkleuren. Maar ook dat kalende lichtpuntje verdwijnt binnenkort. Verval, vol in het zicht. De herfst, en hierna de winter, de zogenoemde ‘donkere maanden’, staan ook wel bekend als periode waarin gevoelens van eenzaamheid en depressiviteit hoogtij vieren. Het wordt letterlijk en figuurlijk donkerder. Gelukkig blijft er een Lichtpunt bestaan dat nooit verwelkt. Misschien ken je wel iemand die, nu de dagen steeds donkerder worden, wat licht kan gebruiken. Stuur eens een bemoedigend appje, een kaartje, of zoek elkaar op. Tap uit de Bron van licht, om zelf een lichtje te zijn. Dat maakt het leven een stuk lichter, voor de ander én voor jezelf. Ik ben benieuwd hoe ik ‘mijn’ boom morgen aantref. Hopelijk mag ik nog éven van dat lichtpuntje genieten!
24 oktober 2025
Door Daniëlle Groen De naam van de podcast die ik elke doordeweekse dag luister, misschien jij ook wel: Eerst dit . Een korte overdenking en Bijbellezing. Eerst dit . Wat roept die naam bij jou op? De naam confronteert mij vaak met alles wat ik eerst nog wil doen, vóórdat ik de tijd neem om te luisteren. Eerst de hond uitlaten, douchen, tas vast inpakken. Of ik zet mijn bananenpannenkoekjes alvast op het vuur – precies acht minuten – en luister ondertussen. Slim toch? Lekker efficiënt. Of ik zet hem op in de auto: zogenaamd ontspannen, maar vooral … nuttig bezig. Grappig eigenlijk, hoe iets simpels als een podcastnaam me een spiegel voorhoudt. Ik hoor de woorden Eerst dit en denk: ja, maar eerst nog even dát. En dat is precies waar het schuurt. Want daar houden we van, toch? Alles efficiënt doen, onze tijd nuttig besteden. Herken je dit? Misschien denk je: waar heb je het over, een podcast? Lekker belangrijk … Maar wat nou als je die naam Eerst dit vervangt door: Bijbel lezen . Of: Bidden . Welke plek krijgt dat dan in jouw leven? Eerst dat? Of eerst een heleboel andere dingen die we belangrijk(er) maken? Ik betrap mezelf er regelmatig op dat het Bijbellezen soms nét even moet wachten. Bijvoorbeeld op vrijdag, mijn vrije dag, dan neem ik bewust tijd voor Gods Woord. Ik ga zitten, en daar komen de gedachten: Nog één bakje koffie anders? Vijf minuten later: Misschien nog even een muziekje. Nog tien minuten verder: Ik zet nog snel een wasje aan, is die straks mooi klaar. En voor ik het weet, is er een half uur voorbij en ligt de Bijbel nog dicht. Ik kan erom lachen, maar hoe grappig is dit eigenlijk? Mijn ervaring: als we niet worden misleid, worden we wel afgeleid. Soms voel ik me net Martha. Druk met van alles, met de beste bedoelingen. Terwijl Jezus juist zegt dat Maria het beste deel koos: gewoon bij Hem zijn. Eerst dit. En ik zeg niet dat dat makkelijk is hoor. Of je nu druk bent met werk, gezin, studie of andere verplichtingen – er is altijd wel iets wat eerst nog ‘moet’. Maar nodigt Jezus ons niet juist in die drukte uit om eerst stil te worden bij Hem? Niet vooruit te rennen met al onze plannen, maar te leren wandelen in Zijn tempo? Misschien vraagt Hij jou vandaag wel: Durf jij Míj eerst te zetten, ook als er nog honderd dingen op je lijstje staan? Wat zou er gebeuren als we eerst even stil worden bij Hem? Zouden we de drukte van de dag dan niet met heel andere ogen bekijken? Eerst dat .
17 oktober 2025
Door Nico Zwart ‘Mijn papa.’ Het klonk vanaf de achterbank. We hadden gezwommen in een helderblauw stuwmeer en reden terug naar ons Spaanse huisje. Het had paradijselijk aangevoeld, en doodgaan was ineens niet zo’n rare gedachte. Al noemen ze me nooit papa. De Friestalige opvoeding lukt nog niet echt, want de meiden blijven eigenwijs ‘Hollands’ praten. Gelukkig zijn we wel gewoon heit en mem. Het ging dus niet over mij. Ze zaten in een spel met de Barbies. Tijdens de vakantie kregen we via WhatsApp een rouwkaart. De buurvrouw verderop, Trijnie, tachtig jaar. Het lichaam was op. En we stonden stil bij de dood van een vriendin, zes jaar geleden, nog geen dertig. Allemaal gewone mensen, zoals jij en ik. En gewone mensen gaan dood. We zouden de volgende dag naar Sevilla gaan. Als je dan toch dood moet gaan, dan maar daar. We bespraken wat je allemaal moet regelen als je in het buitenland overlijdt. Wat een drukte. Het was niet Hetty’s favoriete gespreksonderwerp. Ze heeft al eens een man naar het graf gebracht. Pippi Langkous gaat niet altijd op: soms heb je iets helaas al wel een keer gedaan, dus ik denk dat ik het niet kan. Ik moet het toch even zeggen: die uitspraak is helemaal niet van Pippi. Ik weet dat je overeind vliegt en in discussie wil, maar ze heeft het nooit gezegd. Check de officiële website van Astrid Lindgren maar eens; ook zij ontkent het te hebben geschreven. We zijn inmiddels alweer een hele tijd terug in Nederland. Ik ben er nog. Gelukkig. Een paar weken geleden was ik aan het werk. Timo belde. Kak, die moet weer iets. Ik nam niet op, in de hoop dat hij iemand anders zou vragen. Dat deed hij. Hij vroeg Hetty. En dus mochten we afgelopen zondag een avond leiden van The Way. Samen met de jongeren dachten we na over rouw door middel van muziek, toneel, de Bijbel, het verhaal van Job. Hetty deelde haar verhaal en daarna ging iedereen uiteen in groepjes. We plaatsten de jongeren in twee rijen, tegenover elkaar. In het midden een denkbeeldige streep. Als het antwoord op een vraag ‘ja’ was, liep je naar de streep. Daar keek je iemand in de ogen die hetzelfde meemaakte. Het ging over eenzaamheid. Ongelukkig zijn. Suïcidale gedachten. Onbegrip. Verdriet. En de reacties raakten me. Ze stonden daar. Jongeren, stil, met hun voeten bij die denkbeeldige streep. Sommigen keken omhoog. Anderen naar de grond. Een paar huilden. Jezus is ons antwoord op alles. En dat is Hij. Maar soms ben je even Job. Zijn kinderen waren dood, zijn lijf ziek, zijn vrienden kwamen hem uitleggen waarom. Hij krabde zich met een potscherf. Meer had hij niet. Geen antwoorden, geen verklaring. Gewoon verdriet. Rauw. Rouw.
10 oktober 2025
Door Gosling Veldema Het regent, het waait hard en mijn gedachten gaan terug naar de zomervakantie. Mooi weer, lange dagen en lekker bijkomen van een jaar werken. Nu hebben we in het onderwijs veel vakantie, maar voorbereiden, toetsen nakijken enzovoort gaan gewoon door, want de leerlingen verwachten hun cijfer te krijgen na de vakantie. De zomervakantie is gelukkig écht vrij. Zoals vele voorgaande jaren ging de reis naar Roemenië. Het was dit jaar wel anders. Normaal gaan we drie weken, nu maar twee. Aan de voorkant kon ik niet weten dat er belangrijke beslissingen zouden worden genomen en dat vooral mijn beeld van Europa op de kop zou worden gezet. De eerste week zijn we bij Alina’s moeder, mijn schoonmoeder, geweest. Wennen aan de warmte, zwemmen en vooral niks doen. De tweede week werd een bijzondere week, als ik terugkijk. We gingen terug naar Hongarije, naar Hajdusoboslo, om precies te zijn. Daar zit een van de grootste aquaparken in Europa met vooral kuurbaden. Daarover straks meer. Op doorreis naar Roemenië moet je door Hongarije rijden. Al een aantal jaren was ons opgevallen dat Hongarije een flink groeiende economie moet hebben. Bedrijven, en dan echt grote bedrijven, schieten als paddenstoelen uit de grond. Wegen worden in razend tempo aangelegd en als het niet al te druk is, rij je in vierenhalf uur van west- naar oost-Hongarije. Hier gingen mijn gedachten naar het Europa waarin we nu leven. Ik stelde mijzelf vragen zoals: hoe is het mogelijk dat een land dat door de rest van Europa wordt verguisd zo’n sterke economie kan opbouwen? De premier, Victor Orban, is Europa-kritisch en “goede vriend” van Poetin. Maar ik laat mij nooit beïnvloeden door publieke opinie en ben gaan zoeken waar deze man nu echt voor staat. Orban staat voor het gezin en christelijke normen en waarden. Hij is lid van de Hongaars Gereformeerde Kerk, een kerk op Calvinistische leest geschoeid. Maar wat vooral opviel is dat hij achter Israël staat, en dan welteverstaan het bijbelse Israël. Hij keurt niet alles goed wat de regering in Israël doet. En toen schoot de tekst uit Genesis 12:3 door mijn hoofd. “Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal ik vervloeken.” Zou het een met het ander te maken kunnen hebben? Ik heb daar geen antwoord op. Ik mag dat ook aan God zelf overlaten. Maar mijn beeld van Hongarije werd veranderd. Terug naar ons zwembad. Thermaalbaden te kust en te keur, glijbanen, golfslagbad, een speelstrand en vooral mooi weer. In een van de kuurbaden kwam een belangrijke beslissing. Ik pikte een gesprek tussen twee Roemeense bezoekers op, ik versta het Roemeens goed en spreek het redelijk. Deze twee mannen hadden het erover dat het water hun zou genezen van al hun kwalen. Ik moet eerlijk zeggen dat spieren en gewrichten het water heerlijk vinden. Het water was in dat bad 37 graden en er zat paraffine in, maar geneeskrachtig is het niet. En toen moest ik denken aan het verhaal uit de Bijbel van een man die al 35 jaar aan de waterkant lag in Bethesda. Eén keer per jaar bewoog het water en wie dan als eerste in het water was, werd genezen van alle ziektes die die persoon had. Deze man heeft het nooit gered, totdat Jezus hem genas. Nu is het dit jaar 35 jaar geleden dat ik radicaal tot geloof ben gekomen en ik bedacht hoe lang dat eigenlijk is. Ook heb ik mijzelf de vraag gesteld wie mijn geneesheer nu eigenlijk is. Bijna vijftig jaar diabetes begint zijn tol te eisen en misschien werd het weleens tijd om stappen te gaan zetten. Stappen in geloof. Hier in dit zwembad is het besluit gekomen om mij te laten zalven. 2 september ben ik gezalfd en dat was een zeer bijzondere ervaring. Genezen ben ik niet, maar de week en weken na de zalving heb ik ervaren als een verlichting. Ik heb nog steeds geen woorden voor wat ik vanbinnen voel, ik denk dat ‘opgeruimd’ het dichtst in de buurt komt. En zo werd een vakantie die te kort leek een zeer bijzondere ervaring.
3 oktober 2025
Door Timo van 't Ende “Timo, ik ga deze oude kleren van jou weggooien.” Geen vraag, maar een stelling. Lies was bezig met het opruimen en in de al overvolle kledingkast kwam ze een stapel oude kleren van me tegen, kleren uit mijn kindertijd. Ik stapte de slaapkamer binnen, klaar om te debatteren. Ja, mijn kledingskast was een zooitje. Ja, ik had al een tijdje geleden moeten beginnen met het opruimen van de kast. Ja, er zijn kleren in deze kledingskast die vorig jaar al naar ‘De Wissel’ hadden moeten gaan, maar … de stapel oude kleren die Lies vasthield mag niet worden weggegooid. Dat is geen vraag, maar een stelling.  Lies hield in haar handen een kleine stapel oude kleren vast die mij terugbrengen naar vervlogen jaren. Een oud voetbalshirt van PSV, uit de jaren dat Phillip Cocu nog de baas was op het middelveld, een oud T-shirt met namen erop gestift van een tienerkamp in Cambodja, waar ik als vertaler meehielp, en ga zo maar door. Kledingsstukken die in haar ogen wel naar ‘De Wissel’ konden gaan, maar in mijn ogen kostbaar zijn. Niet kostbaar omdat ze bruikbaar zijn, niet kostbaar omdat ik van plan ben om ze aan te trekken, maar kostbaar omdat ze me nostalgisch terugbrengen naar een andere tijd. Nostalgie, even terugblikken op het verleden. Om even terug te denken aan de tranen, de glimlachen, de grappen, de mooie mensen die niet meer bij ons zijn. Om terug te blikken, om te zien hoe door alle hoogte- en dieptepunten heen, de Heer je niet in de steek heeft gelaten. Zodat je samen met Samuel kan zeggen: “Eben-Haëzer (…) Tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen.” (1 Sam. 7:12b) Soli Deo Gloria
26 september 2025
Door Renske Willems Aant kwam in ons leven nadat Frans een kopje kleiner was gemaakt. Ik durfde er niet naar te kijken toen Joost “het regelde”, al had ik zelf de opdracht gegeven. Frans was, om het zo maar te zeggen, een zwak en ziekelijk beest. ‘Heel lief,’ zei de dame van Marktplaats. Ze had hem als hen gekocht, maar het bleek een haan. Ze gunde hem een mooi plekje, wat bij ons natuurlijk gegarandeerd was. Hij bleek een sul: hij liep achter de famkes aan in plaats van andersom. Toen hij ook nog onophoudelijke jeuk kreeg, een lamme vleugel, plaatselijke kaalheid en een dikke, bleke kop, was de lol er wel af. Het Koudijs in het drinkwater hielp niet. Na flink wat research op internet en vele mogelijke diagnoses (van mijten tot bacteriële infecties) besloot ik Frans te onderwerpen aan een uitvoerige inspectie en puncteerde zijn gezwollen wang. De lel ontlastte zich niet, er was geen mijt te vinden, en dus was mijn eindconclusie: de veearts of de bijl. Het werd de bijl, want de DAP in Dokkum behandelde geen kippen en een consult in Burgum vond ik te gortig. We begroeven hem netjes in de tuin. Zo werd Aant onze nieuwe aanwinst. Ook via Marktplaats, van Verkoper A. Hij stond al klaar in een doos: vijf euro. Aant is natuurlijk vernoemd naar ‘Verkoper A’. Ik vond het een krachtige, potente Friese naam. Stoer van zichzelf, alsof dat garantie moest bieden dat het niet weer zo’n sullig beest zou zijn. Aant sprong zelf uit de doos en stortte zich als een specht op het bakje met gemengde granen. De famkes moesten even aan hem wennen. Het duurde twee tot drie weken voordat het een teamke was en ze los mochten lopen. Het was een lust voor het oog, al mankeerde er één ding aan Aant: hij kraaide niet. Onderweg naar de kerk filosofeerden we over de oorzaak. We kwamen er niet uit, maar bedachten wel dat zijn naam een upgrade zou krijgen zodra hij ging kraaien. Geïnspireerd door de spreker van die dag zou het Antonio worden. Niet veel later kraaide Antonio erop los, en daar bleef het niet bij. Zijn nieuwe motto was: dekken en attacken. Dat kwam erop neer dat ik niet meer zonder stok naar buiten kon. Voor de famkes bleek hij een gentleman: ze mochten als eerste eten en hij legde zelfs de broodkorstjes voor hen op de grond. Zijn dagtaak bestaat er inmiddels uit om de famkes veilig bijeen te houden, wat zo schattig is dat het zijn agressieve randje goedmaakt. Toch maar liever een haan die doet wat hij hoort te doen, die zich gedraagt naar zijn aard, zoals hij nu eenmaal geschapen is. De realisatie die daarop volgde – dat ik niet naar mijn aard geschapen ben, maar naar Gods beeld, en dus logischerwijs op mijn mooist ben als ik me gedraag naar Zijn goddelijke natuur – raakte me. Ik kon een glimlach niet onderdrukken bij de gedachte dat God dan net zo van mij zou genieten als ik van Aant.
19 september 2025
Door Jesse Nutma Ik ben niet per se angstig aangelegd. Natuurlijk voel ik weleens lichte spanning; vlak voordat een kerkdienst begint die ik muzikaal mag begeleiden, of als een voetballer de verdediging van het Nehemia-voetbalteam heeft gepasseerd (wat bijna nooit gebeurt natuurlijk) en alleen de keeper nog voor zich heeft – en die keeper ben ik. Gezonde spanning, noemen we dat. Een natuurlijke lichamelijke reactie zodat je extra alert bent en goed bij de les blijft. Op momenten zoals hierboven kan gezonde spanning heel handig zijn. Verder zoek ik spanning ook nauwelijks op trouwens. Ik ben het tegenovergestelde van een thrillseeker. Bungeejumpen, parachutespringen, of zulk soort eigenaardigheden zijn niet aan mij besteed. Risicomijdend is mijn tweede naam. Maar … laatst heb ik iets gedaan wat misschien wel het spannendst was wat ik ooit heb gedaan. Met ons bandje mochten we de dienst en het koffieconcert begeleiden op de Admiraliteitsdagen. Toen we werden gevraagd, dacht ik direct: ja, dit moeten we doen! Wat een bijzondere gelegenheid om te mogen dienen, middenin Dokkum, op een prachtig evenement, met een groot koor en niemand minder dan Sharon Kips. Túúrlijk wilden we dat. De dag voor de dienst was dat gevoel volledig omgedraaid. Ik – en volgens mij meerdere bandleden met mij – dachten: wat hebben we onszelf op de hals gehaald! Repetitieavond na repetitieavond om de ruim twintig liederen (voornamelijk niet ons eigen repertoire) in ons systeem te krijgen; ik zag de bandleden vaker dan Lisanne (ik wou dat dit overdreven was …). Een zangeres die een paar dagen voor de dienst een heftige keelontsteking kreeg. Ik kon de week voor de dienst aan bijna niets anders meer denken dan de liederen, de zang- en pianopartijen. Twijfel aan mijn eigen kunnen, en daaruit voortkomende spanning namen mijn gedachten in bezit. Wat doe ik, een ongeschoolde pianist en zanger, op deze plek? Dit gaat mijn kunnen ver te boven. Ik ben niet goed genoeg. Heer, zoek alstublieft iemand anders voor deze taak. Ik ben God dankbaar dat Hij voor de dienst duidelijk maakte dat het helemaal niet in onze handen lag, dat we de (ongezonde!) spanning en twijfel mochten loslaten en erop mochten vertrouwen dat Hij ons niet voor niets op deze plek had gezet, dat Hij ons wil gebruiken tot eer van Zijn naam. Achteraf hadden we dit – en ik denk dat ik wederom voor de hele band spreek - nooit willen missen. De volle kade aan het Grootdiep die God bezingt en aanbidt, in de volle zon, met een prachtig koor en Sharon Kips. We werden gedragen. En pas nu ik dit schrijf, bedenk ik mij dat dit prachtig aansluit bij het thema van de Admiraliteitsdienst, waarover Timo zo mooi sprak: ‘Lopen op het water’. Want dat is het. Leren vertrouwen, leren loslaten. Geest van God, leer mij te gaan over de golven, in vertrouwen U te volgen, te gaan waar U mij heenleidt. Leid mij verder dan mijn voeten kunnen dragen, ik vertrouw op Uw genade, want ik ben in Uw nabijheid.