Kiemkracht
Door Renske Willems
Afgelopen weekend maakte ik een Indiase curry met mijn laatste zelfgekweekte pompoen. Er zaten zoveel zaden in dat ik een handvol bewaarde. De pompoen was volledig rijp en de zaden waren goed ontwikkeld. Voorzichtig veegde ik het vruchtvlees weg om ze te drogen. Eigenlijk hadden ze gefermenteerd moeten worden, zodat de gelachtige zaadlaag verdwijnt die de kieming kan remmen.
Hoewel de winter nog moet beginnen, ben ik in gedachten mijn moestuin alweer aan het inrichten. De compost ligt er al en de kippen pikken gretig alle slakkeneitjes weg, wat in het voorjaar veel scheelt. De eerste sprieten knoflook staan zelfs al boven de grond.
Dit jaar wil ik opnieuw tomaten opkweken uit zelfgewonnen zaad. Die zaden komen uit de Coeur de Boeuf-tomaten die we afgelopen zomer op de Franse markt kochten. Joekels van vleestomaten die wel 500 gram kunnen wegen. In 2019 lukte het me al eens en kweekte ik een exemplaar van 710 gram. Dat ik mijn dochter met die tomaat op de foto zette, moet je me maar vergeven.
Vol enthousiasme probeer ik het deze zomer opnieuw. De omstandigheden zijn ideaal: na tien jaar heb ik eindelijk een afdak, zodat de planten droog staan en phytophthora geen kans krijgt. Eind februari begin ik binnenshuis met voorzaaien. Dan volgt het spannendste moment: komt het zaad wel op?
De wereld van zaden is wonderlijk. Er zijn lichtkiemers, koudekiemers en warmtekiemers. Koudekiemers hebben langdurige kou nodig om de kiemrust te doorbreken; vaak is een winterperiode voldoende. Andere zaden hebben een harde zaadhuid die pas kiemt na schurende omstandigheden, zoals wrijving door zand of passage door een maag. Dat vergt geduld: soms duurt het jaren. Het meest bijzonder vind ik sequoiazaden, die vuur nodig hebben om te ontkiemen. De hitte van een bosbrand opent hun kegels en laat de zaden vrijkomen.
En als het lukt, breekt dat magische moment aan: het zien van de eerste frisgroene blaadjes. Later volgt opnieuw die blijdschap wanneer de vruchten verschijnen – joekels van pompoenen en tomaten. Voor mij is dit niet los te zien van bekering en vrucht dragen. Daarom bid ik voor vrienden en hun partners die niet geloven. Zoals de volhardende weduwe in Lucas 18, die bleef aandringen en niet opgaf. Uiteindelijk kreeg ze wat ze vroeg, niet omdat de rechter rechtvaardig was, maar omdat ze bleef volhouden. Ik vertrouw erop dat God recht doet aan vurige gebeden uit een oprecht hart. Dat het soms langer duurt, komt misschien doordat er eerst een afdak nodig is, een winterperiode, schurende omstandigheden, of juist warmte en licht. Ik begrijp dat God die omstandigheden laat gebeuren voordat Hij het hart bereikt en de kiemkracht vrijzet. Daarom dank ik nu alvast voor de vruchten die zullen komen.










